Landjepik

Liggend op het lange lint
met de golfslag in mijn oren
ontwaar ik wat er boven mij beweegt,
dwaalt mijn blik naar overvliegers
ver van land en grens.

Strepen delen strak het luchtruim.
Ze vervagen als de vloedlijn,
worden breder en verdwijnen;
wie zal zeggen waar ze waren,
wie zal zeggen waar ze zijn?

Kinderen spelen met een mes,
snijden zand in alle staten,
voeren als de druppels strijd
om op zonverwarmde plek
nog wat langer te bestaan.

© 2012 Fiet van Beek

Gedicht Landjepik © 2012 Fiet van Beek