februari 2025
Tot later
De komende twee jaar is de tentoonstelling ‘Tot later! Texel in 2075’ te zien op de bovenverdieping van Ecomare. Het gaat over de toekomst en de keuzes die we kunnen of moeten maken om in 2075 het ‘gewenste’ eiland te hebben. Ecomare vroeg me om een gedicht hiervoor te maken. Vanmiddag werd de tentoonstelling geopend en jawel: daar hing het gedicht. Mooi gedaan allemaal!
TOT LATER
Laten we afspreken dat wij elkaar hier
over 50 jaar weer zien. Dat ik in mijn baan
pirouettes blijf draaien, zoals ik al
deed lang voor jouw ontstaan. Dat jij voor mij zorgt,
als vaste gast, me koestert en schoonhoudt, zuivert
van wat mij dag in dag uit wordt aangedaan.
Dat ik doorga met grond te geven aan jouw
bestaan. Dan kunnen we straks het leven samen
vieren met natuur als gedeelde achternaam.
Fiet van Beek,
eilanddichter
januari 2025
Honderd jaar
DEK, het fanfarekorps van Den Hoorn, bestaat dit jaar 100 jaar. Een mijlpaal die uitbundig gevierd zal worden. Op de jubileumreceptie op 25 januari was de eilanddichter een van de sprekers. Ik droeg onderstaand gedicht voor.
HONDERD JAAR
Doe eens even de ogen dicht en bedenk
hoe Den Hoorn zou zijn zonder haar fanfare.
Luister en hoor wat je dan mist: de last post,
serenades, paascantates, kerstmuziek,
hoog van de toren blazen op Koningsdag,
druktemakers in stilte van getij. Door
Eigen Kracht, zegt men, valt niemand uit de toon,
nou ja, bijna niemand dan. Een eeuw al blaast
men elkaar tot grote hoogtes en door diepe
dalen. Dwars door coronabubbels heen bleef
het verband van notenbalken, klonken toeters
in schuren en buitenlucht. Men slaat de maat,
Koper klinkt, de hoorn boven alles uit. Als
je weer kijkt, zie je geen toneel meer; voorbij
ook jongleren van majorettes. Bewegende
wangen, dat wel. Steevast versterken zij dorp
en melodie. Spelenderwijs maken zij
klankbalans, voor alle gezindten een thuis.
Fiet van Beek,
eilanddichter
De derde Dries
Alweer voor de derde keer wordt ‘De Dries’ toegekend aan een bijzonder sociale Texelaar. Dit keer is de prijs voor Tessa Bruining, een jonge mantelzorger. Tessa doet veel aan de zorg voor haar moeder die een herseninfarct kreeg toen Tessa 14 was. Ze zocht steun en merkte dat er niets is geregeld voor jonge mantelzorgers op Texel. Mede door haar inzet is dat inmiddels anders. Er is een ontmoetingsplek en -moment voor jonge mantelzorgers en Texels Welzijn en Texelgezinnen geven steun waar nodig. Tessa werd zo pionier en boegbeeld.
DE DERDE DRIES
Dries was een man, die niet snel vergat
of wordt vergeten. Zijn warmte bracht
waar ze ontbrak, liet zien hoe samen
kansen gaf voor aanwaaiers en gasten
voor wie het bestaan geen glijbaan was.
Wie op sloffen in zijn voetspoor treedt,
heeft het niet gevat. Het gaat om eigen
stijl, niet louter imiteren. Met het
beste uit jezelf een goede weg
opgaan, zelfs al moet je die nog banen.
Als je weet dat jij niet de enige
bent en al die anderen ook niet,
als je een balletje aan het rollen
krijgt, ogen opent, verhalen deelt
en er gewoon bent als het nodig is,
als je laat zien hoe je een web kan
weven, een manteldeken slaat om
schouders van nabij, houvast geeft
en moedig eigen dromen droomt; dan
laat je zien wat telt. Goede raad is jong.
Fiet van Beek,
eilanddichter
Nieuwjaarsgefluister
Gedicht voor de Nieuwjaarsreceptie van de gemeente Texel.
NIEUWJAARSGEFLUISTER
Pst. Hoor je dat? Het eiland roept, Texel zoekt
mensen die hun stinkende best doen,
klots-oksels van harde werkers
zijn zonder twijfel toegestaan;
daar zit geen luchtje aan.
Pst. Misschien iets voor een zandtovenaar
die de kunst verstaat van kerven in duinen,
suppletie hier en daar, wat waterhinder dempt
en zandbruggen kan slaan in diepe dalen
en slepende conflicten.
En weet je al van wending in de woningnood?
Huizen schieten als paddenstoelen op. Wie
eens, per ongeluk, ontslagen werd, wordt nu
niet meer op straat gezet, maar krijgt
een familiebed in hospitaal Noordwest.
Pst. Texel zoekt fitte mensen, energiek
met een gezond gewicht, toppers zonder
aangespoelde poeder, die een bewegend
voorbeeld zijn. Een ereplaats voor één talent:
de eilandsporter van het jaar.
De juiste vraag is al bedacht. Na rijp beraad
staan de bewoners klaar met inzicht en advies;
welk weten we nog niet. Texel roept, maar
is er ook een luisteraar of zoeken
we daar nog naar? Pst.
Fiet van Beek,
eilanddichter
oktober 2024
De eerste eilanddichter
In Nederland werd de eerste stadsdichter benoemd in 1993 (Venlo). In 2015 kreeg Texel de eerste officiële eilanddichter. Decennia daarvoor had Texel al haar eigen volksdichter in Huib ‘de Rijmelaar’, die van 1931-1964 meer dan 1000 gedichten schreef in de Texelse Courant. Huib de Rijmelaar (1905-1971) schreef over uiteenlopende Texelse actualiteiten. Zijn echte naam was Huib Fenijn. Onder die naam publiceerde hij ook landelijk bekende religieuze gedichten. Deze lezenaar die in Den Burg staat is in 2005 gemaakt ter gelegenheid van zijn 100e geboortedag. Het is een eerbetoon aan ‘De Rijmelaar’ en tegelijkertijd een stimulans voor jong en oud om over Texel gedichten te schrijven en publiceren. De lezenaar krijgt een nieuwe plaats en heeft een opknapbeurt ondergaan. Hij staat nu in het groen bij De Branding en het gebouw van de Texelse Courant.
De eilanddichter Fiet van Beek zorgt ervoor dat er steeds nieuwe gedichten in komen.
DE EERSTE EILANDDICHTER
Na meer dan 100 jaar, gaat zijn naam nog rond,
de rijmelaar, die Texels nieuws tot verzen bond,
tot teksten die de Tesselaar waarderen kan en kon.
Hij inspireert tot op vandaag, zet pennen aan
het werk, brengt vingers op het toetsenbord en taal
terug met verse klanken op een nieuwe plaats.
Dicht bij de krant waar het begon, naast een wijkplek
voor het hart. Texels wel en wee werd mild doorspekt
met humor en venijn, maar in zijn zinnen trekt
ook de kikker eropuit, bericht hij over licht,
vliegt als vlinder naar de haven die veilig is.
Van alle markten thuis, nog altijd van gewicht.
We schrijven nazaten en eilanddichters bij,
eenieder in de eigen stijl, maar Huib Fenijn,
de Rijmelaar, zal voorgoed de eerste zijn.
Fiet van Beek,
eilanddichter
september 2024
ODE
Johan Ran, 60 jaar organist
van de Francisca Romana kerk,
De Cocksdorp.
ODE
Al ging de stemming naar beneden,
werden de vingers soms wat stram,
was het pedaal ineens verdwenen,
hij speelde door, die orgel-man.
Zittend achter de balustrade
jaagt hij de wind de pijpen door
kleurt hij de klank van melodieën
en leidt de meisjes van het koor.
Met één klavier van vier octaven,
een potlood dat de galm vastzet,
zijn handen thuis op alle toetsen,
volgt hij zijn aangewaaid talent.
Al zestig jaar zie je hem stralen
als hij de tonen overbrengt
door anderen te laten zingen
werd hij nu zelf een monument.
Fiet van Beek,
eilanddichter
(te zingen op de melodie van Al zou de vijgenboom niet bloeien)